Voor jongeren

Hier vind je het laatste nieuws en een selectie van content voor jou als jongere. Op danielonline.nu staat alles voor jou: blogs, video’s en podcasts maar ook alle aankomende activiteiten. De verwijzing naar danielonline.nu en naar de website van Koers-vakanties vind je hieronder.

Wie zijn wij?

Wil je kennismaken? Of meer te weten komen over de JBGG? Als non-profit organisatie binnen de Gereformeerde Gemeenten zetten we ons in voor jongeren en iedereen die een rol speelt in het leven van jongeren.

Laatste nieuws van Daniël

Al Uw baren en Uw golven

Al Uw baren en Uw golven

**Kwaad, chaos, wanorde, oordeel** Als je zo dit beeld in gedachten neemt, kun je begrijpen dat in het Joodse denken de zee de betekenis heeft van kwaad, chaos, wanorde. Ook in de Bijbel vinden we deze betekenis van de zee terug. Denk maar aan Psalm 42: al Uw baren en Uw golven zijn over mij heen gegaan. En Psalm 77: *Uw weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet bekend.* Of Jesaja 5: *En zij zullen tegen hetzelve te dien dage bruisen als het bruisen der zee. Dan zal men de aarde aanzien, maar zie, er zal duisternis en benauwdheid zijn, en het licht zal verduisterd worden in haar verwoestingen.* Waarom wordt in de Bijbel het beeld van de zee gebruikt? Betekent dit dat chaos, kwaad, wanorde net als de golven van de zee vrij spel hebben? In deze wereld, in jouw leven? Dat ramp na ramp je kan treffen en dat het nooit ophoudt? Of heeft dit beeld van de zee ons méér te zeggen? **Eindeloze golven** Laten we gaan kijken bij Job. Wanneer het over lijden gaat, wordt Job nogal eens genoemd. Als je nu het beeld van de zee weer in gedachten neemt, zie je het voor je in Job 1. Ramp na ramp treft Job. De dood van zijn vee, zijn knechten, zijn kinderen, het einde van zijn gezondheid, de woorden van zijn vrouw, de woorden van zijn vrienden. Het is niet verwonderlijk dat de Heere in Job 38 het beeld van de zee gaat gebruiken. De ene golf was nog niet verdwenen of de volgende golf was over Job heen gespoeld. Wat een vernietigende krachten. Job houdt echt helemaal niets meer over. En als zijn vrienden dan ook nog gaan zeggen dat hij vast gezondigd zal hebben, heeft hij nog slechts één verlangen: zijn eigen zaak bij God bepleiten en van Hém antwoorden krijgen. Maar dan gaat de Heere het in Job 38 omdraaien. In plaats van antwoord te geven op al de vragen die Job uitgeschreeuwd heeft, gaat de Heere vragen aan Job stellen. *Meer lezen? Lees heel het thema-artikel op bladzijde 8-11 van Daniël #10 (2025).*

Lees meer
Op de fiets op doktersadvies

Op de fiets op doktersadvies

Je zou moeten verhuizen naar de zee,’ zegt de huisarts terwijl hij me over zijn leesbril aankijkt. Ik ben op het spreekuur, omdat ik last heb van erge hooikoorts. ‘Aan de kust heb je door de wind en het water lang niet zoveel last van de pollen als hier op de Veluwe,’ vervolgt hij. ‘Ik vind de zee vooral leuk tijdens vakantie,’ zeg ik beleefd. En inderdaad, niets is zo rustgevend als een vakantie bij het water. Een nogal waterige ervaring was onze fietsvakantie langs het Zweedse Kattegat. Tijdens de zomervakantie proppen we onze fietstassen vol met het hoognodige en beginnen vol goede moed onze tocht langs de zeestraat tussen Denemarken en Zweden. We fietsen langs de zee, maar door het grauwe weer zien we nauwelijks waar het water eindigt en de lucht begint. Het komt met bakken uit de lucht… ‘Mopperen op het weer, is mopperen op de Heer’, dus proberen we de situatie anders te bekijken. ‘Het is hier prachtig’, zeggen we tegen elkaar. (Onze brillen zijn alleen zo beslagen dat we er weinig van zien.) Onze fietstassen zijn waterdicht en wij zijn niet van suiker. Ik heb inderdaad geen last van hooikoorts, hooguit een beetje ademnood - mijn man heeft een betere conditie dan ik. We houden de moed erin, zingen over ‘de blanke top der duinen’ en ik citeer lukraak dichtregels (‘Ik zie de zee / de zee ziet mij / dag zee’). In een uitgestorven havenrestaurant langs de route gaan we lunchen. Als we afrekenen, zien we plasjes water bij onze stoelpoten liggen. We kopen ons schuldgevoel af met een fooi en stappen weer op onze tweewielers. Onderweg vermaken we elkaar met clichés over de regen. Ik leer van mijn man wat de betekenis van ‘een schip vol zure appels’ is. Het is nog steeds weer om erg hard door te fietsen, dus we zijn op tijd bij onze eerste slaapgelegenheid. Na een warme douche zakken we met onze beurse billen in een zacht bed. De dagen erna blijken er gelukkig ook waterloze wolken te bestaan, maar de zonnebrandcreme blijft op de bodem van m’n fietstas. Als we op zaterdag weer terug zijn bij ons opstappunt installeren we onze tent aan de rand van een meer. Je raadt het al: we spoelen in de nacht erna zo ongeveer met tent en al het water in. De aanhoudende regen wordt een storm met een naam (‘Hans’) en voordat we het weten zitten we weer in de auto richting Nederland. ‘Niets zo rustgevend als een (fiets)vakantie bij de zee, maar dit was wel erg veel water,’ concluderen we op de terugreis. Doktersadviezen bewaren we voor de volgende vakantie, deze Gelderse griet gaat gewoon weer van de Veluwe genieten. *Annerieke van Haaften-Schreuder*

Lees meer
Verwachting

Verwachting

De kleine Efraïm klemt zich stevig vast aan vader. Ze zijn onderweg naar het feest in Jeruzalem. Ieder jaar reizen ze voor de nationale feestdagen een aantal keer naar Jeruzalem. Het grootste deel van de reis is reuzegezellig. De pelgrims reizen in groepen, al zingend en soms dansend, de weg naar Jeruzalem. Ze zingen dan de ‘liederen van de opgang’ (Hamaäloth). Dat zijn de psalmen 120 tot en met 134. Maar dit punt op de reis is altijd spannend. Ze zijn bijna in Jeruzalem, maar moeten nog over de hoge heuvels die rondom Jeruzalem liggen. Het is hier gevaarlijk, want er dwalen wilde dieren. Maar dat is niet alles. Er huizen ook gevaarlijke roversbenden die de weg onveilig maken. Zij weten ook dat er pelgrims met offergeschenken over deze weg komen. Daarom leggen zij valstrikken en deinzen er niet voor terug om groepen pelgrims te overvallen. Efraïm voelt aan de klamme hand van vader dat hij ook gespannen is. Maar dan hoort hij het zachte neuriën van een bekend lied. Hij kijkt achterom. Er speelt een glimlach om moeders lippen. Ze begint harder te neuriën en al gauw vallen anderen haar bij: *‘k Sla d’ogen naar ’t gebergte heen, vanwaar ik dag en nacht des Hoogsten bijstand wacht!’* Jij kent Psalm 121 vers 1 wel uit je hoofd, toch? Ik heb nooit zo begrepen waarom de psalmdichter met verwachting naar de bergen kijkt. Mijn Hebreeuws lezende SGP-collega legde het pasgeleden in een dagopening uit. Ken je de Naardense vertaling? Dat is een Bijbelvertaling die de Hebreeuwse Bijbel letterlijk vertaalt. De Naardense vertaling vertaalt Psalm 121 met: ‘Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal komen mijn hulp?’ Dus de psalmdichter heeft juist behoefte aan hulp als hij naar de bergen kijkt! Nu je begrijpt dat die bergen zo gevaarlijk zijn, snap je ook de noodschreeuw van de psalmdichter. Hij kijkt naar die gevaarlijke bergen. Hoe moet hij daar ooit veilig overheen komen? Maar dan ziet hij iets hoger, naar de Hoogste. Ja, zijn hulp is van de Hoogste! Die is hoger dan de bergen en zal hem veilig in Jeruzalem brengen. Zeg eens, waar reis jij naartoe? Zie jij ook de gevaren onderweg naar het hemelse Jeruzalem? En verwacht jij jouw hulp en bijstand van de Heere? Lees Psalm 121 eens. Heb jij hetzelfde zekere vertrouwen in de Heere? *Gerben Veenema*

Lees meer

Nieuws

0
    Winkelwagen
    Uw winkelwagen is leeg
      Bereken verzendkosten