Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Blog: Klein

Blog (leiding)

Met een enorme geeuw word ik half wakker. Ergens in mijn slaap heb ik iets gemerkt wat niet helemaal klopt. Dan ineens is de hele kamer fel verlicht. Eén flits en daarna is het weer aardedonker. Langzaam dringt het tot me door dat het buiten onweert. Die gedachte wordt al snel bevestigd door het dreunende geluid van de donder. Het is onze eerste onweersbui in deze vakantie in Italië. 

Gelukkig valt het uiteindelijk allemaal mee, ook al ben ik even bang dat mijn auto omgevormd wordt tot een poffertjespan als er hagelstenen als knikkers naar beneden komen. Het is echter niet de enige bui. Een paar dagen later zien we de bui vanaf ons balkon ontstaan. Langzaam aan wordt de overkant van het Gardameer steeds vager. Suizend komt de wind aan over het meer. Eerst een zacht ruisend geluid, maar dat zwelt aan tot een behoorlijke kracht. Een behoorlijk angstaanjagend geluid. Een parasol en een tafelkleed van het vakantiehuisje naast ons vliegen door de lucht. Bomen buigen onder de kracht van de wind.
De lucht is vol met onweer. De kettingstralen zien we aan alle kanten naar beneden schieten. Ik moet je eerlijk zeggen dat ik me op dat moment steeds kleiner voelde worden. Wie is in staat om de wind te keren? Wie kan het onweer tegenhouden? Psalm 29 zegt niet voor niks: ‘’t Schepsel beeft en staat verwonderd, als de God der ere dondert.’
Van af ons balkon hebben we de hele bui gevolgd. Stil vraag ik me af waarom ik me zo klein en nietig voel bij zulk natuurgeweld. Waarom toch verwonder ik me als ik iets van de macht en majesteit van God zie? Zou ik niet elke dag (ook zonder onweer) moeten huiveren voor Zijn heiligheid en majesteit, maar ook klein en verwonderd moeten zijn om de goedheid en genade van de Heere? Zou ik niet elke dag moeten leven in het besef Wie God is? Het is een les die ik elke dag weer moet leren.
Ik hoop dat jij op de vereniging, in de gemeente of op welke plaats je jongeren tegenkomt dat ontzag en die verwondering zal doorgeven. 

‘Looft den HEER’, die wond'ren werkt;
Israël, Zijn volk, versterkt;
Hem, die Jacobs heilig kroost
Zeeg'nen zal met vreed' en troost.’

Jaco Pons

980