Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Tegenstrijdige Bijbelteksten

directory-106817_1280

Laatst keek ik een aflevering van 'Adieu God'. Hierin vertelde die man dat er in Handelingen 9 staat dat de mannen om Saulus heen het licht wel zagen maar de stem niet hoorden, terwijl in Handelingen 22 staat dat de mannen het licht niet zagen maar de stem wel hoorden. Ik heb dit nagezocht en dit klopt inderdaad. Deze dingen komen op mij heel tegenstrijdig over, vooral omdat ik altijd heb gehoord dat de Bijbel onfeilbaar is.  Mijn vraag is dan ook: hoe moet je omgaan met die tegenstrijdigheid in de Bijbel?

Dank voor je vraag. Inderdaad, je schrikt als je dingen ontdekt zoals jij beschrijft. Laten we beginnen met deze twee concrete punten van dichterbij te bezien.
Van de mannen rondom Paulus staat in hoofdstuk 9: horende wel de stem, maar niemand ziende (vers 7). In hoofdstuk 22 staat: En die met mij waren, zagen wel het licht, en werden zeer bevreesd; maar de stem Desgenen, Die tot mij sprak, hoorden zij niet (vers 9).
Zetten we het ordelijk op een rij, dan letten we eerst op wat ze zagen. In hoofdstuk 9 is dat “niemand” en in hoofdstuk 22 is dat “wel het licht”. Deze twee mededelingen sluiten goed op elkaar aan. Want volgens beide beschrijvingen was er ook alleen een licht, niet een menselijke gedaante.
Dan richten we ons op wat de mannen hoorden. Volgens 9:7 hoorden ze de stem wel; volgens 22:9 niet. In de grondtaal wordt tweemaal hetzelfde woord gebruikt. Dat woord kan ‘stem’ betekenen, maar ook ‘klank’. Het eerste is persoonlijk, het tweede is onpersoonlijk. Dat laatste is bedoeld. Ze hoorden klanken; ze verstonden geen stem. Vergelijk het slot van 22:9. Ze hoorden wel dàt een stem sprak, maar niet wàt de stem sprak.

Eigen draai

Hoe moeten we trouwens met moeilijke dingen uit de Bijbel omgaan? Laat je er niet door ontmoedigen. De Bijbel zegt zelf dat sommige passages moeilijk zijn. Petrus schrijft dat over de brieven van Paulus (2 Petrus 3:15,16). Hij schrijft dat het in die tijd al gebeurde dat mensen dan aan zulke moeilijke dingen hun eigen draai gaven. Petrus waarschuwt dat we dat niet moeten doen. Dan laten we de vastheid van het Bijbelse geloof los. En dat is tot ons verderf.

Het is een belangrijke valkuil voor ons dat we in zulke gevallen het probleem leggen bij de onfeilbaarheid van de Schrift. Maar het probleem is dat wij verduisterd zijn van verstand (Ef. 4:18). Daardoor begrijpen wij het niet goed. We hebben de verlichting van de Heilige Geest nodig. Hij heeft ook de Bijbelschrijvers geïnspireerd. Als Hij ons geestelijk levend maakt, zal Hij ons ook Goddelijke wijsheid leren.

Niet on-redelijk

Overigens is vroeger over dergelijke problemen ook nagedacht. In zijn boek Schijnbare tegenstrijdigheden behandelt Johannes Polyander (1568-1646) er 122. Er lijken tegenstellingen in de Bijbel te staan, maar bij nader inzien blijkt toch dat dit niet het geval is. Het onderstreept dat het Bijbelse geloof niet on-redelijk is. Onderzoekt de Schriften; want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben; en die zijn het, die van Mij getuigen (Joh. 5:39).

We gaan hier verder niet in op wat in het desbetreffende deel van Adieu God is gezegd. Over het algemeen zie je dat mensen eerst het geloof uitschakelen, om vervolgens te zeggen dat het geloof hen niet overtuigt. Eerst wordt de Bijbel op een on-redelijke manier benaderd, en vervolgens wordt gezegd dat de Bijbel onredelijk is. Inderdaad, zo zet de mens zichzelf gevangen in zijn eigen cirkel. Ik wens je van harte toe dat je het met Guido de Brès mag leren belijden: “Al deze boeken alleen ontvangen wij voor heilig en canoniek, om ons geloof daarnaar te reguleren, daarop te gronden en daarmede te bevestigen (…) omdat ons de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten dat zij van God zijn” (NGB art. 5).

Ds. G.W.S. Mulder

376